woensdag 29 juli 2020

Schrijfcoachtip Dialoog

Vorige maand heb ik in de rubriek Schrijfcoachtip gedeeld hoe je het beste aanhalingstekens kunt inzetten en wat de verschillen zijn tussen enkele en dubbele aanhalingstekens. Aanhalingstekens gebruik je uiteraard vooral als je iets of iemand wilt aanhalen in een tekst en daarom gebruik je ze veel bij een dialoog. Een dialoog, dus het gesprek tussen mensen, is een van de belangrijkste onderdelen van een verhaal. Je voert de personages dan namelijk sprekend op en je wilt dat de dialoog natuurlijk overkomt, maar ook dat de personages ieder een eigen geluid hebben – als het ware. Vandaag geef ik wat tips voor het schrijven van dialogen. (foto: Berry de Nijs/Writing Berries)

Functie van de dialoog

Als je een verhaal schrijft, dan is het heel mooi om te vertellen over de omgeving. De omgeving schept namelijk een wereld die de lezer dan vervolgens verder kan gaan invullen. Heb je in je verhaal een hoofdpersoon en meerdere bijpersonages dan is het fijn om de beschrijvingen te onderbreken met dialoog. Het geeft overigens ook een geluid aan je karakters. Misschien praat de een wel een beetje plat, de ander juist heel keurig en heeft weer een ander eigen woorden. Door personages sprekend op te voeren, kan de lezer de personages nog beter voorstellen.

Wie zegt wat

Of je karakters nu allemaal een eigen taalgebruik hebben of niet, het is wel heel belangrijk om in een gesprek duidelijk te houden wie wat zegt. Hiervoor is het dus fijn om zo nu en dan een paar regieaanwijzingen in de tekst te plaatsen. Hiermee zorg je dat de lezer de dialoog kan volgen en weet wie er aan het woord is. Dit is vooral fijn bij een gesprek met meerdere personages.
‘Wie wil vandaag vertellen aan de klas wat je hebt gedaan dit weekend?’ vroeg de juf. Vijf vingers vlogen de lucht in.
‘IK!’ riep Merel.
‘Nee ik!’ zei Sharif.
‘Juf, ik ben naar de dierentuin geweest,’ lachte Chanty.
‘Wij naar de Efteling,’ liet Merel weten.
‘Ja maar de dierentuin is veel leuker,’ antwoordde Chanty weer.
‘Kinderen, even rustig, jullie mogen om de beurt vertellen,’ lachte de juf. De eerste beurt was voor Dax die stil op zijn stoel was blijven zitten.

Bij een gesprek tussen twee personages mag je – wanneer duidelijk is dat er van spreker is gewisseld – de regieaanwijzing van wie wat zegt best een keertje overgeslagen worden.
‘Meneer mag ik u wat vragen?’ vroeg Sharon aan de voorbijganger.
‘Ja natuurlijk mag dat,’ antwoordde de man.
‘Weet u misschien hoe laat het is?’
‘Ogenblikje,’ zei hij en haalde een groot zakhorloge uit de borstzak van zijn overhemd. ‘Het is bijna drie uur,’ luidde zijn antwoord.
‘Dank u wel!’

Een gesprek beginnen

Als je een verhaal vertelt is het best spannend om gewoon middenin een mededeling te beginnen. Dat is spannend en roept vragen op. Zo kan je hoofdpersonage uit het niets ineens zeggen: ‘Nou DAT is toch niet normaal!’ En dan weet je nog helemaal niet waar het overgaat. Een gesprek kun je ook beginnen met een vraag (zoals in voorgaande voorbeelden). Dan moet een ander karakter daar weer antwoord op geven en voilà; je hebt een dialoog.

Een gesprek eindigen

Dat is soms een beetje lastig, vooral als je karakters zo lekker bezig zijn. Toch is het voor de flow van het verhaal beter, wanneer een gesprek ook stopt. Maar hoe doe je dat? Soms kan het heel simpel zijn. Als een vraag beantwoordt is, is het gesprek ook ten einde. Een ‘dank je wel’ is dan een mooie afsluiter en de scène kan weer verder. Een ruzie kan best een heel hoofdstuk duren, maar zorg dan voor pauzes. Bijvoorbeeld dat er ineens een stilte valt en dat een karakter ergens anders heengaat in de kamer. Of een lamp oppakt om stuk te slaan. Dat brengt wat lucht in de dialoog. Een personage kan ook de kamer verlaten, hiermee eindigt ook een gesprek.

Tip: luister naar gesprekken om je heen

Een natuurlijke dialoog schrijven lukt het beste door ook naar anderen te luisteren. In de trein bijvoorbeeld, maar ook zeker op een terras of in de rij van de kassa in de supermarkt. Door te luisteren hoor je ook waar stiltes vallen, waar je dan weer een handeling kan beschrijven. Maar je krijgt ook een beter inzicht hoe een gesprek begint en hoe deze eindigt. Luister ook goed naar gesprekken in series en films. Daar kun je veel van leren.

Tip: schrijf gewoon veel dialogen

Wie schrijft die blijft en door veel schrijfkilometers te maken, krijg je ook meer het gevoel voor het schrijven van dialogen. Ga er eens voor zitten en probeer ook dat eigen geluid van de personages te vinden. Dat werkt het beste.

Eigen geluid

Ik heb het al meerdere keren gehad over hoe een eigen geluid je karakter nog echter laat lijken. Maar hoe geef je een personage dat eigen geluid? Een paar voorbeelden:
‘Hey wijffie, hoe gaat het met m’n schatje?’
‘Dag lieverd, hoe was jouw dag vandaag?’
‘Zou u mij niet liever even voor laten gaan?’
‘Ik zweet me de tandjes!’
‘Mattie, je moet dat chickie gewoon effe mee uit vragen.’
Een eigen geluid van een hoofdpersoon zit vooral in de manier waarop hij of zij zijn zinnen opbouwt en het taalgebruik. Is je hoofdpersoon een net, keurig persoon? Dan zal hij (of zij) woorden als wijffie, jochie, chickie en mattie waarschijnlijk niet gebruiken. Hij zal eerder zeggen (aan de hand van zijn keurigheid natuurlijk): ‘Vrind, die dame zou u uit moeten vragen.’ Je kan op internet heel veel straattaal en dialecten vinden (met schrijfwijze) om zo je karakters net even dat beetje meer echtheid mee te geven.

Tip: zoek het eigen geluid met een schrijfcoach

Een dialoog schrijven is niet moeilijk, maar als je er toch niet helemaal uit komt, of net dat taalgebruik van je personages niet kan vinden, kan ik als schrijfcoach natuurlijk helpen. Neem gewoon vrijblijvend contact met mij op via het contactformulier. Veel plezier met het schrijven van dialogen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie! Reacties worden altijd eerst beoordeeld voordat ze worden geplaatst. Het kan dus even duren voordat je je reactie hier terugziet. Omdat ik graag een persoonlijk antwoord geef worden anonieme berichten op artikelen niet geplaatst.