woensdag 25 november 2020

Schrijfcoachtip: horen, zien & voelen

Vorige maand ging de Schrijfcoachtip over ruiken en proeven, twee lastige zintuigen om te beschrijven in een levendig verhaal. Vaker zal je schrijven over zien, horen en voelen. Je hoofdpersoon ziet immers de wereld om zich heen, hoort het verkeer, muziek en anderen praten en voelt van alles. Nu gaat het hier bij voelen niet om de roerselen van de ziel, maar om wat hij of zij aanraakt met zijn lichaam. Hoe beschrijf je dat, zonder iedere keer de werkwoorden voelen, horen en zien te gebruiken? Met deze tips (en een opdrachtje) lukt het je zeker. (foto: Berry de Nijs/Writing Berries)

Horen

Geluiden zijn altijd om ons heen. De meeste hoor je niet bewust, zoals het verkeer dat voor je huis langs rijdt, het zingen van een merel in je tuin of het gestommel van de buren. Als je al die geluiden mee zou nemen in een verhaal, dan kom je niet aan het plot toe. Beperk je in een verhaal tot die geluiden die er op dat moment het meeste toe doen. Wanneer je hoofdpersoon absolute stilte nodig heeft om bijvoorbeeld een schilderij te maken, dan kan ieder geluid teveel zijn. Verwerk dan die fietsbel, het gepiep van de stofzuiger van de buren en het tikken van de klok wél in je scène.

Geluiden dragen bij aan de emotie

Wanneer je alleen in het donker op straat loopt en er ritselt wat naast je in de bosjes… dat is spannend. Want je weet immers niet wat het is. Dat ritselen is dan een functioneel geluid dat een beangstigend gevoel kan geven. Geluiden dragen bij aan de emotie van een scène of verhaal. Zo kan het tikken van de klok wat steeds luider en luider wordt, een ongemakkelijk gevoel geven. Vooral als je hoofdpersoon in een wachtkamer zit, gaat solliciteren, examen doet of voor het eerst bij zijn aanstaande schoonvader op bezoek is… Probeer geluiden te vinden die de emotie van dat moment versterken. Zo word je scène nog echter.

Geluiden helpen de situatie te schetsen

Net als geuren zijn geluiden belangrijk om een situatie of locatie tot leven te brengen. Druk verkeer kent veel geluiden, zoals piepende banden, het getringel van fietsbellen en de herrie van een vrachtwagen die stationair draait voor het verkeerslicht. De wind die zachtjes door de bladeren van een pittoresk bos ritselt geeft juist rust. En wat dacht van het ruisen van de zee en gekrijs van meeuwen? Bedenk je tijdens het schrijven van een scène met een locatie welke geluiden er belangrijk zijn voor dat moment en typisch voor die locatie. Zo zal je een schreeuwende visverkoper niet snel aan zee, maar wel op de markt tegenkomen.

Zien

Alles wat je hoofdpersoon doet, zien we door zijn of haar ogen. Zelfs als je niet vanuit een ik-personage schrijft, maar in de derde persoonsvorm vertelt. Je personage loopt immers over straat, we kijken met hem mee naar het rode verkeerslicht, we zien de visboer op de markt staan en we ervaren het witte zandstrand met hem (of haar natuurlijk). Alles wat je beschrijft, is onderdeel van hoe je hoofdpersoon de wereld ziet en beleeft. En dat is niet onbelangrijk natuurlijk. Net als met geluiden zijn er dingen die er zijn, maar die we niet bewust zien. Je hoeft dus niet tot in de allerkleinste details een grindpad te beschrijven.

Kies wat je personage ziet

Behalve als het belangrijk is voor je hoofdpersoon om alles tot in de kleinste details te zien, is het niet nodig om alles te beschrijven. Kies die voorwerpen uit die je hoofdpersoon aanspreken of opvallen. Wat ziet hij of zij het eerst als diegene een kamer binnenloopt? Is het die vertrouwde bank? Een foto aan de muur? Of een gekke lamp? Soms zeggen voorwerpen juist iets over een ander personage. Wanneer je hoofdpersoon een huiskamer inloopt bij een date en hij of zij ziet dat er een groot schilderij van een flamingo aan de muur hangt, dan zegt dat dus iets over de persoon die hij/zij gaat ontmoeten. Het helpt je om een beeld te vormen van andere personages in het verhaal. Dit is fijn voor je lezer, maar ook voor je hoofdpersoon – dan hoeft hij geen psychoanalyses te doen. Hoe je hoofdpersoon reageert op gekke details in het interieur van een ander, zegt op zijn beurt weer veel over je hoofdpersoon. Iets om dus bewust over na te denken!

Locatiebeschrijving: wat is typisch en wat niet?

Bij het beschrijven van een locatie zien we dus de dingen die je personage ook ziet en opvalt. Bij een verhaal in de derde persoon kun je het je daarnaast veroorloven om nog een beetje de alwetende verteller uit te hangen en nog wat extra details te noemen die wellicht je hoofdpersoon helemaal niet opvallen (hij is immers met andere dingen bezig). Beschrijf locaties aan de hand van wat juist heel normaal is voor een dergelijke plek of juist voor datgene wat heel vreemd is. Om even terug te gaan naar de markt: heel typisch zijn verschillende kraampjes met etenswaren en andere goederen. Maar wat als er op een markt ineens een heel groot standbeeld staat? Of een fontein waar je niet omheen kan? Had je dat van te voren verwacht? Zo nee, beschrijf dat dan.

Voelen

Als laatste zintuig kijken we naar voelen of tastzin. Hoe voelt dat schapenvachtje voor de openhaard aan? Hard? Zacht? Stug? En is die zelfgebreide trui zacht of juist zo kriebelig dat het jeukt? En het toetsenbord van de computer waarachter je hoofdpersoon zit te werken? Typt dat lekker? Moet ze haar best doen om de toetsen aan te slaan? Voelt het hard? Aanrakingen geven vorm aan hoe je personage de wereld aanraakt en vastpakt. Warm, koud, zacht, hard, slijmerig, droog, nat, vochtig, zompig… het zijn allemaal dingen die je ontdekt door het aan te raken.

Voelen draagt bij aan emoties

Net als geluiden kan de tastzin van je hoofdpersoon emoties opwekken. Verbranden bijvoorbeeld doet enorm pijn, net als jezelf snijden aan een mes of een stuk glas. Dit roept emoties op. En wat dacht je van strelen en aaien? Het aanraken van een lok haar of de huid van een ander roept ook van alles op. Zowel bij je personages als bij je lezer. Aanrakingen zijn daarom heel belangrijk. Gebruik ze daarom verstandig.

Tastzin helpt bij locatiebeschrijving

Als jij wel eens langs een rek met truien bent gelopen en je hand er langs hebt laten gaan, dan weet je hoe zacht ze zijn. Door dingen bewust aan te raken in een scène, help je ook om de locatie levendig te maken. Neem dat dus mee als je een verhaal of scène aan het schrijven bent. Kies de aanrakingen wel zorgvuldig.

Kies voor synoniemen of beschrijf het gewoon

In kinderboeken voor de allerkleinsten is het heel fijn om duidelijk te zeggen dat er een geluid gehoord wordt, een kleur gezien wordt en dat de teddybeer zacht aanvoelt. Door de zintuigelijke werkwoorden te gebruiken, leren kinderen wat zien, horen, ruiken, voelen en proeven zijn (of de andere zintuigen ook nog maar eens te noemen). Maar als je woordenschat groeit en je ouder wordt, wil je meer ervaren hoe de wereld is, dan dat je bij alles benoemt wat er gehoord, gezien en gevoeld wordt. Gebruik daarom synoniemen voor de zintuigelijke werkwoorden of beschrijf gewoon wat er te horen, te zien en te voelen is. Een kort voorbeeld ter illustratie:
Het was intens stil in het bos. Alle geluiden van het verkeer waren verdwenen. Hier klonk alleen het geritsel van de bladeren en het kraken van een takje onder zijn schoenen. De zon viel in bundels door het oranjekleurende bladerdak heen en creëerde zo een schouwspel van kleuren, licht en donker. Hij genoot ervan. Eindelijk een beetje rust in zijn hoofd. Met zijn handen diep weggestoken in de zakken van zijn wollen houtje touwtje jas ademde hij de frisse ochtendlucht eens diep in. In de rechterzak streek er iets koels langs zijn hand. Snel omklemde hij het; het was een stukje lapis lazuli wist hij, glad en glanzend blauw met donkerblauwe adertjes en gouden spikkeltjes. Het droeg dat altijd bij zich voor een beetje geluk.

OPDRACHT: bedenk een scène met typische geluiden, beelden en texturen

En nu jij: schrijf een scène waarin je de locatie beschrijft aan de hand van geluiden, beelden en eventueel texturen. Voeg iets verrassends toe, wat wellicht in contrast staat met wat men zou verwachten, maar dat hoeft niet. Vergeet niet een personage toe te voegen. Wat doet diegene op die locatie? Laat je fantasie de vrije loop, maar hou de scène tussen de 300 en 500 woorden.

Korting op feedback

Wil je feedback op je scène? Normaal kost een schrijfcoachsessie € 40,00 per uur. Voor deze opdracht geef ik daar wederom 50% korting* op. Na betaling ontvang je dan de feedback op je scène per e-mail. Laat daarbij ook weten of er iets specifieks is waar je nog feedback op wilt hebben. Voor vragen en dergelijke mail je naar berry.denijs@gmail.com. Vermeldt als onderwerp dat het om een schrijfcoach sessie gaat. Ik ben nu al benieuwd naar je scène.

*de korting is geldig tot en met 15 januari 2020 en geldt alleen op het krijgen van feedback op deze scène.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie! Reacties worden altijd eerst beoordeeld voordat ze worden geplaatst. Het kan dus even duren voordat je je reactie hier terugziet. Omdat ik graag een persoonlijk antwoord geef worden anonieme berichten op artikelen niet geplaatst.