woensdag 23 september 2020

Schrijfcoachtip Beschrijf de omgeving

Vorige maand gaf ik tips waarmee je je hoofdpersoon beter kon leren kennen. Minstens zo belangrijk als de hoofdpersoon is de omgeving waarin hij (of zij) zich beweegt. Hoewel je ook iets aan de fantasie van de lezer wil overlaten, is het toch fijn om een mooi en levendig landschap te creëren. Je lezer heeft dan veel beter inzicht waar het verhaal zich afspeelt. Met de tips van vandaag (plus weer een opdrachtje voor de liefhebber) lukt het je zeker. (foto: Berry de Nijs/Writing Berries)

Bedien alle zintuigen

Wanneer je een ruimte binnenkomt, dan staan al je zintuigen op scherp. Je hoort, ziet, voelt, proeft en ruikt wellicht van alles. Bewust of onbewust. Dit alles is heel belangrijk voor het beschrijven van een landschap of andere omgeving. Bedien in een beschrijving deze zintuigen, zodat je lezer zich kan voorstellen dat hij of zij zich ook in die ruimte bevindt. Van het ruisen van een waterval in de verte tot het krijsen van een kind dat van de schommel is gevallen. Van het zand dat zo heerlijk schuurt tussen je tenen tot aan de zoete geur van pannenkoeken – en uiteraard de smaak ervan. Vertel in geuren en kleuren, dan komt het allemaal echt tot leven. Zien en horen zijn de makkelijkste van de vijf zintuigen. Volgende maand ga ik hier allemaal dieper op in.

Collectief geheugen

Alle plekken waar je hoofdpersoon komt, behoort tot de omgeving. Een omgeving kan voor iedereen anders zijn. Een typisch kantoor is voor de één een kantoortuin met afzettingen, voor de ander zijn het allemaal kamertjes. Maar beide is een kantoor. Een bankje is of van hout of van ijzer. En bij een supermarkt zie je bijvoorbeeld de Jumbo of juist de winkelindeling van Albert Heijn voor je. Hoe groter het referentiekader is van je lezer, hoe makkelijker hij of zij vanuit het collectief geheugen je beschreven omgeving invult. Hou hiermee dus rekening als je een omgeving gaat beschrijven. Vooral als bepaalde details heel belangrijk zijn.

Je hoofdpersoon en de omgeving

Laat de uitgebreidheid van de beschrijving van de wereld in je verhaal afhangen van je hoofdpersoon. Is hij/zij zeer detail georiënteerd, dan mag dit best in de beschrijving voorkomen. Wellicht kan je hoofdpersoon helemaal los gaan op de kleinste details van een Fabergé ei. Is je hoofdpersoon een zakelijk type, dat zich niet bezig houdt met dergelijke details, dan zijn de hoofdlijnen van een kamer vaak voldoende. Zo versterk je ook hoe de hoofdpersoon naar de wereld kijkt.

Benoem niet alles

Je hoeft niet alles te benoemen wat je ziet, zo laat je nog wat in te vullen over aan de lezer. Niet ieder kiezelsteentje is belangrijk, behalve als je Klein Duimpje of Hans & Grietje heet. Dan zijn vorm en kleur van een kiezelsteentje heel belangrijk. Bovendien is dat een belangrijk detail van het verhaal en dan is zelfs dat beetje aarde dat nog vastzit in een groefje heel belangrijk.

Benoem altijd de belangrijke details

Is die klok van rozenkwarts met engeltjes erop zeer belangrijk voor een persoon in je verhaal? Beschrijf deze dan tot in de kleinste details. Dat geldt natuurlijk ook voor andere items en elementen in het verhaal. Dat wat belangrijk is, moet goed ‘zichtbaar’ zijn voor je lezer. Dat hoeft natuurlijk niet een heel hoofdstuk te kosten. Misschien ontdekt het karakter wel iedere keer een nieuw detail aan het schouwspel.

Verweef de beschrijving met handelingen

Stel: je hoofdpersoon gaat naar een foodtruckfestival. Daar valt vaak veel te beleven. Er speelt wellicht een bandje onder een boom een akoestisch liedje uit de hitparade. De geuren van gegrilde hamburgers met gebakken uien dansen om hem heen en gaan de strijd aan met de zoete geur van vers fruit en het zurige van diverse sauzen. Misschien wandelt hij wel langs een kraampje met kleurige omslagdoeken… Hij laat zijn handen over de zachte stof glijden en vraagt zich af of hij er eentje moet kopen voor zijn vriendin… Door je hoofdpersoon handelend in de omgeving op te laten treden, behoudt je snelheid in je scène, terwijl je stukje bij beetje de wereld inkleurt. Zo hou je het ook een beetje spannend voor de lezer: wat zal er straks gebeuren en te zien zijn?

Kom tot rust of maak vaart

Overigens kan je ook de omgeving in een lange alinea beschrijven, zonder dat je hoofdpersoon iets doet. Wellicht neemt hij/zij wel even de tijd na een drukke week om tot rust te komen, al zittend in de roodoranje gekleurde avondzon op het strand. Wind in de haren en het typische gekrijs van meeuwen vechtend om een visje bij de viskraam op de achtergrond. Misschien zit hij/zij op een groot picknickkleed en zit er een geliefde naast hem/haar. Misschien is je hoofdpersoon wel alleen en staart deze over de lage golven van de zee… Dit soort langere beschrijvingen waarin nog even niets gebeurt, bieden een rustpunt in het verhaal en ze krijgen een extra functie. Wanneer je hoofdpersoon keihard met 170 kilometer per uur over de snelweg raast en een politieauto probeert af te schudden, dan heb je geen tijd om een lange beschrijving van de omgeving te maken. Je hoofdpersoon heeft er immers geen oog voor. Ja, hij ziet verlichting voorbij schieten in allerlei kleuren en die groene vrachtwagen nadert hij sneller dan hem lief is. Scherp stuurt hij naar links, waarbij hij bijna een andere auto ramt. Het moet sneller. Zijn hoofd barst bijna uit elkaar van de concentratie, de zwaailichten en de herrie van claxons vermengd met sirenes. En net als hij weer naar rechts stuurt… Tja, geen idee wat er gebeurt, maar snel gaat het wel.

OPDRACHT Beschrijf een landschap

Doe je mee met de volgende opdracht? Top! Als schrijfcoach vind ik het leuk om samen met jou te ontdekken waar het verhaal zich afspeelt. Door middel van kleine opdrachtjes kun je een locatie helemaal ‘schilderen’ met woorden. Dit kun je door de ogen van je hoofdpersoon doen, maar ook als alwetende verteller, dus vanaf een afstandje.

Schrijf dit keer een scène (al dan niet met je hoofdpersoon in de hoofdrol) over een locatie. Gaan we naar een restaurant? Maken we een wandeling in het bos? Is het een druk treinstation of zit je in een vliegtuig? Wat hoor, zie en ervaar je? Dragen mensen mondkapjes? Of juist niet? Het mag een echte locatie zijn en een geheel verzonnen plek. Laat je fantasie het werk doen. Hou de scène tussen de 300 en 500 woorden en laat je verrassen door de omgeving.

Korting op feedback

Wil je feedback op je scène? Normaal kost een schrijfcoachsessie € 40,00 per uur. Voor deze opdracht geef ik daar eenmalig 50% korting* op. Na betaling ontvang je dan de feedback op je scène per e-mail. Laat daarbij ook weten of er iets specifieks is waar je nog feedback op wilt hebben. Voor vragen en dergelijke mail je naar berry.denijs@gmail.com.

*de korting is geldig tot en met 30 november 2020 en geldt alleen op het krijgen van feedback op deze scène.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie! Reacties worden altijd eerst beoordeeld voordat ze worden geplaatst. Het kan dus even duren voordat je je reactie hier terugziet. Omdat ik graag een persoonlijk antwoord geef worden anonieme berichten op artikelen niet geplaatst.