Uitgelicht 110 jaar Burgers’ Zoo

Dit jaar zijn er verschillende dierenparken jarig. Het ene jubileum is nog niet geweest of het andere is er al weer. Zo vierde Koninklijke Burgers’ Zoo op 30 maart jl. de zeer prachtige 110de verjaardag van het park. Burgers’ Zoo staat bekend om zijn prachtige biotopen waar dieren in een zo natuurlijk mogelijke omgeving wonen. Het is een park waar je buiten en binnen heel veel prachtige dieren kan bewonderen. Waar olifanten oud mogen zijn en worden, waar je van het regenwoud zo naar de woestijn slentert en je je zomaar onder de zee bevindt. 110 jaar is een hele tijd en het was niet altijd rozengeur en maneschijn voor het park, want in die 110 jaar heeft het park ook heel wat meegemaakt. (foto’s: Berry de Nijs/Writing Berries)

In den beginne…

De geschiedenis van Burgers’ Zoo begint als Johan Burgers (geboren op 31 januari 1870, overleden op 12 juni 1943) na zijn huwelijk met Maria Erwig in 1895 een herenhuis in ’s-Heerenberg kocht. Hier begon hij een slagerij. De tuin echter werd bewoond door prachtige fazanten. De tuin van het herenhuis werd snel te klein en daarom kocht Johan een extra stukje land en gaf het de naam Fazanterie Buitenlust. Hier werden de fazanten geplaatst. Hij stelde de tuin open voor bezoekers, zodat zij ook zijn prachtige vogels konden komen aanschouwen. Buitenlust opende op 30 maart 1913. Het bleef niet bij fazanten, al snel woonden er leeuwen, beren en andere exotische dieren om samen met bezoekers van te genieten. Het park groeide en groeide, maar de ruimte was te klein. Nog geen tien jaar later, in 1923, kocht Johan daarom een groot stuk land in Arnhem. In 1924 opende hier Burgers’ Zoo.

Tijd vooruit

Johan Burgers was als dierenparkhouder zijn tijd eigenlijk al best ver vooruit. Waar we nu vooral de natuurlijke habitat willen nabootsen, deed Johan dat al in 1923. Onder invloed van de Duitse dierenparkhouder Carl Hagenbeck, bouwde hij een park zonder tralies en hokken. Hij bouwde een park met natuurlijke omheiningen, zoals diepteverschillen, rotsen en water. Openheid wilde hij, ook voor de roofdieren. Het moest vooral natuurlijk ogen, zodat je echt een goed beeld had van hoe een leeuw of olifant in het wild zou kunnen leven. Eigenlijk al heel modern nietwaar.

Familiepark

Door de jaren heen heeft het park heel wat meegemaakt, waarvan de oorlogsjaren een enorme impact op het park had, maar het is altijd een familiebedrijf gebleven. In 1939 ging de leiding van het park al over op de jongste dochter van Johan en Maria, Lucie, en haar man Reinier van Hooff. Antoon van Hooff (1937-2004), de zoon van Reinier en Lucie, nam daarna het stokje over en nu is diens zoon Alex van Hooff de directeur van de Koninklijke Burgers’ Zoo. Antoon overigens is degene aan wie we Burgers’ Bush en Burgers’ Desert te danken. Deze ecodisplays maken het park uiteraard zo ontzettend uniek. Het natuurreservaat in Belize is ook een geesteskind van Antoon. Geen wonder dat het park tegenwoordig aan het Antoon van Hooffplein ligt. Na de Bush en de Desert volgde nog Burgers’ Ocean, Burgers’ Rimba en – het jongste gedeelte – Burgers’ Mangrove.

Internationale allure

Burgers’ Zoo heeft tot op de dag van vandaag aantrekkingskracht in binnen- en buitenland. De ecodisplays zorgen ervoor dat veel parken een kijkje komen nemen achter de schermen om te leren van de familie Burgers/Van Hooff. Maar ook de grote chimpansee kolonie is jarenlang uniek in haar soort geweest. Ze hadden de eerste safari in Europa en je kon met de auto (tot 1987) langs de dieren rijden. Dit kan helaas niet meer, maar het safarigedeelte is er nog steeds en je kan nu wandelend op veilige afstand van de dieren genieten. Daarnaast kweekt Burgers’ Zoo koralen voor aquaria over de hele wereld – en dat geldt ook voor haaien, roggen en tropische beenvissoorten. Kortom, Burgers’ Zoo zit niet stil en zal ook zeker blijven ontwikkelen om de dieren een heerlijk thuis te geven en de bezoekers te laten genieten van wat de wereld aan dierenpracht te bieden heeft. En dat mag zeker gevierd worden!