woensdag 24 augustus 2022

Schrijfcoachtip Voortbeweging beschrijven

We hebben in de Nederlandse taal heel veel worden die te maken hebben met voortbeweging. Lopen, rennen, kruipen, huppelen, waggelen, rijden, hobbelen, racen, slenteren, deinen, razen, varen… en zo zijn er nog legio te noemen die vertellen hoe iemand loopt, rijdt, vaart of anders voortbeweegt. Het omschrijven van voortbeweging is soms best een uitdaging, want wat vertel je wel en wat vertel je niet. Bovendien gaat springen of huppelen voor de een anders dan voor een ander. Want dat rennen, gaat dat op een drafje of op volle snelheid? Kijk, daar ga je al… Want hoe snel is volle snelheid? Vandaag geef ik graag een paar tips hoe je voortbeweging omschrijft in je verhalen. En schroom je vooral niet om het bij de basis te houden en je lezer zelf te laten bepalen of een personage gewoon loopt of waggelt. (foto: Berry de Nijs/Writing Berries)

Voortbeweging van personages

Alleen als je hoofdpersonage aan bed is gekluisterd en niet meer kan bewegen, dan hoef je je hier niet zoveel zorgen over te maken. Maar in allerlei andere situaties zal je personage toch eens van A naar B bewegen. Al loopt diegene alleen maar een keer de trap af of naar de brievenbus. Of snelt hij naar de brievenbus – vol smart wachtend op een pakketje? Er zijn heel veel verschillende manieren om een wijze van lopen aan te duiden. Iemand die vol smart op een poststuk zit te wachten zal niet slenteren bij het geluid van de brievenbus, maar rennen, vliegen, misschien wel struikelen om er te komen. Hoe je deze woorden gebruikt, geeft duidelijk aan de lezer weer wat de motivatie is van het personage om die brief te pakken te krijgen. Hoe je dus bepaalde voortbewegingswoorden gebruikt, kan heel bepalend zijn voor je scène. Iets om over na te denken als je je personage iets laat doen.
Daarnaast kan een bepaalde manier van lopen karakteristiek zijn voor je karakter. Misschien trekt het ene been wel een beetje. Is er een wandelstok of rollator nodig? Heeft je karakter een prothese? Misschien heeft je personage een heel lichte tred of juist een houterige? Al deze vormen van voortbewegen hebben invloed op hoe je karakter zich beweegt. Met een wandelstok of rollator is het wellicht moeilijk rennen (of juist niet, maar vergeet niet de stok en rollator mee te bewegen).
De situatie is medebepalend voor hoe er gelopen wordt. Zo slenter of flaneer je langs het strand, ren je over de atletiekbaan en wandel je door het bos. Uiteindelijk zijn het allemaal versies van lopen, alleen geef je de scène net even een andere sfeer. Probeer het eens uit, misschien werkt het wel een stuk beter voor je verhaal.

Voortbeweging van voertuigen

Andere manieren waarop personages kunnen voortbewegen zijn onder meer per fiets, brommer, paard, step, varen, vliegen, loopfiets, in de auto en via het openbaar vervoer. Dit brengt weer andere manieren met zich mee om voortbeweging aan te geven. Op de fiets voel je de wind in je haren. Op de brommer in je gezicht – want het karakter draagt een helm. Door het paard hobbel je zo lekker heen en weer. En tijdens het reizen met het openbaar vervoer trekt het landschap aan je voorbij. Vaak snel, waardoor je het allemaal niet zo scherp kan waarnemen. Tijdens het fietsen (of wandelen) kun je de omgeving wel goed waarnemen. Dit zijn dingen die best belangrijk zijn in een scène. Als je wil dat je scène snel gaat en je karakter trapt het gaspedaal dusdanig in dat de omgeving een grote waas wordt, benoem dat dan ook als een grote waas. De bestuurder heeft nu echt geen tijd om te zien dat de buren de kerstboom al hebben staan. Hij of zij moet er vandoor. Net als met de verschillende manieren van lopen kun je met rijden en reizen de sfeer van de scène bepalen. Zit je personage op een paard, dan kan dit een gemoedelijk ritje zijn of juist een wilde achtervolging. Fietsen we hard om op tijd op een afspraak te komen waarbij iedere duw op het pedaal met grote kracht en startende verzuring in de bovenbenen te voelen is of is het een romantisch peddelritje naar een picknick waarbij tijd geen ene rol speelt en het landschap langzaam aan de personages voorbij gaat? Speel eens met woorden als racen, razen, rollen, pedellen, deinen, wiegen, snellen, draven, galopperen en dergelijke en zie hoe het je scène verandert.

Voortbeweging in een attractie

Houdt je karakter van een rondje in de zweefmolen, want de vrijheid van vliegen is zo fijn? Of wil je karakter in een achtbaan… over de kop, zoevend over de rails, met dat gekke gevoel in je buik. Attracties zoals botsautootjes, karts, draaiende theekopjes, treinritjes, wildwaterbanen en glijbanen zorgen dat je karakter ook bewegen. Vergeet hierbij niet te beschrijven hoe je karakter zich voelt. Misschien wel misselijk, pijn in de rug, gierend van het lachen, bibberend van de plens koud water… Deze voortbewegingen zijn vaak plots en wat extreem, hou daar dus rekening mee tijdens het schrijven. Bij een attractie tellen geuren, kleuren en muziek mee, dus vergeet deze niet mee te nemen in de scène.

Belangrijk om aan te denken

Vraag je wel af of het nodig is om de voortbeweging helemaal uit te schrijven. Misschien is het genoeg om te vertellen dat je karakter een wandeling maakt of aan het hardlopen is, zonder iedere stap te beschrijven. Dat geldt natuurlijk ook voor fietsen of kano varen. Als je je karakter de scène laat beginnen met een wandeling, laat het dan zo nu en dan terugkomen. Misschien staat je karakter even stil om iets te bekijken om vervolgens weer verder te gaan. Of meert de kano aan zodat je karakter kan lunchen. Zo geef je iets meer ruimte voor het verhaal. Geef ook je lezer ruimte om zelf te interpreteren hoe je personage loopt. Wandelen, lopen, rennen… het zijn allemaal zaken waar we wel een idee bij hebben. Tot slot is het aan te raden om de voortbewegingen zelf te maken, om zo te ervaren hoe het is om te rennen, slenteren, vliegen, varen, paard te rijden, zweven, vallen, draven, over de kop te gaan en meer. Zo kun je beter beschrijven wat je karakter meemaakt.

Schrijf een scène

Wil je ervaren hoe je verschillende soorten voortbeweging in een scène kan verwerken? Schrijf gewoon een scène waarin je karakter meedoet aan een sportdag. Hier heb je verschillende soorten voortbeweging die je kan beschrijven in een scène. Speel met je ideeën, misschien komt er wel een heel toffe scène uit, die je voor je verhaal kan gebruiken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie! Reacties worden altijd eerst beoordeeld voordat ze worden geplaatst. Het kan dus even duren voordat je je reactie hier terugziet. Omdat ik graag een persoonlijk antwoord geef worden anonieme berichten op artikelen niet geplaatst.