vrijdag 11 augustus 2023

Uitgelicht 185 jaar ARTIS

Het is op zijn minst bijzonder te noemen hoeveel dierenparken dit jaar een jubileum vieren. ARTIS in Amsterdam viert dit jaar de 185ste verjaardag en is daarmee het oudste dierenpark van Nederland. Wie snel even het rekensommetje maakt, weet dan dat het ARTIS is opgericht in 1838. Het was een periode in de geschiedenis van de aarde waarin ontdekkingsreizigers met de mooiste verhalen, attributen en dieren thuiskwamen om zo het thuisfront te laten zien wat er allemaal te zien was in de wereld. ARTIS was de eerste plek waar deze verhalen in levende en niet-levende wijze bestudeerd konden worden. (foto’s: Berry de Nijs/Writing Berries)

Natura Artis Magistra

Op 1 mei 1838 richtten de vooraanstaande Amsterdammers Gerardus Fredeik Westerman (boekhandelaar), Johann Wilhelm Heinrich Werlemann (commissionair) en Jan Jacob Wijsmuller (horlogemaker) het Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra op (Koninklijk sinds 1 mei 1852). Natura Artis Magistra is Latijn en betekent: De natuur is de leermeesteres van de kunst. Het doel van het genootschap was om de liefde en zorg van de natuur te stimuleren, door deze te bestuderen en bij andere welgestelde burgers onder de aandacht te brengen. Levend en niet-levend, want naast de dieren in de tuin hadden zij een museumcollectie vol naturalia. Denk hierbij onder meer aan op sterk water gezette dieren, skeletten, opgezette dieren, schelpen, gesteentes en fossielen. Daarnaast verzamelde men ook veren, speren en kledij van diverse volken. Op het terrein herrees ook een bibliotheek met 20.000 boeken over natuur, de aarde en dieren. Tot slot was er de tuin waar levende dieren tentoon werden gesteld aan leden van het genootschap. De imposante collectie groeide al snel uit haar voegen. De bieb is overgegaan in de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, de etnologische collectie vind je nu in het Tropenmuseum en een heel groot deel van de naturalia is nu te vinden in Naturalis. De tuin en haar monumentale gebouwen zijn er uiteraard nog.


Park voor leden

ARTIS werd aangelegd op een groot terrein van de Plantagebuurt en het park is daar nog steeds te vinden. Compleet met de monumentale poort en gebouwen. Het park startte als een privécollectie voor welgestelde burgers. De leden van het genootschap betaalden een contributie – zeg maar een abonnement – van 10 gulden (nu vergelijkbaar met € 4,54) per jaar. Dat klinkt nu heel weinig, maar was in de 19de eeuw echt een smak geld. Vanaf 1852 moest het park ook opengesteld worden voor niet-leden om de veelal exotische dieren te mogen komen bewonderen. Dit gebeurde dan alleen in de maand september en de toegang was 25 cent (in guldens) per persoon per bezoek. Wederom was dat in die tijd een smak geld.

Te zien in het begin

Toen het park begon als een tuin met vijver en een oranjerie. De eerste dieren die men kon bekijken waren apen, herten een Surinaamse boskat en diverse papegaaien. Deze collectie werd in het eerste jaar al uitgebreid met een panter, welke voor 400 gulden (ruim € 180) werd aangekocht. In 1839 groeide het aantal bewoners van de tuin aanzienlijk, doordat de oprichters maar liefst 30.000 gulden (bijna € 14.000) neertelden voor de reizende menagerie van Cornelis van Aken. Zo werden er onder meer een jaguar, gestreepte hyena, Indische olifant en boa constrictor aan de collectie toegevoegd. Dit leidde tot de eerste uitbreiding van de tuin naar echt een dierentuin. Er werden in de loop der jaren gebouwen aangekocht, een gracht werd gekocht en omgetoverd tot grote vijvers om beide delen van het park aan elkaar te verbinden en de dieren kregen vaste verblijven. In 1859 opende het roofdierengebouw en in 1882 het aquarium. Let wel; in die tijd was het gewoon om te handelen in wilde dieren, dit gebeurt inmiddels al heel wat decennia niet meer.


De 20ste eeuw

Na de eeuwwisseling werd het tijd om meer te gaan moderniseren. De dieren moesten mooiere verblijven krijgen en het liefst zonder tralies. In 1927 bouwde huisarchitect Bert Johan Ouëndag het nu oude leewenverblijf, wat op een kleine tempel leek en een gracht met muur had als afscheiding. Ook het nieuwe apenhuis is van zijn hand. In die tijd was dit zeer modern. Het leek het park voor de wind te gaan, maar in 1938, toen het park een eeuw bestond, leek het er op dat ze failliet zouden gaan. Gelukkig was er een comité wat het park van deze ondergang kon redden door de grond en gebouwen aan de gemeente Amsterdam te verkopen. De dieren bleven uiteraard van het genootschap. De Tweede Wereldoorlog was een moeilijke periode. Toch bleef het park doorzetten en huisvestte vele Joodse gezinnen door ze onder meer in het Apenhuis te laten onderduiken. Gelukkig overleefde het park ook deze moeilijke tijd.


Altijd in beweging

ARTIS is als typische stadsdierentuin nog altijd in beweging. Zo heeft men een schitterend olifantenverblijf gebouwd, is het nieuwe leeuwenverblijf bijna klaar, wonen er maki’s op een eigen Lemurenland en zijn veel verblijven opgeknapt. Ook zijn er heel wat dieren naar andere parken verhuisd om zo ruimte te maken voor de best grote collectie van 900 diersoorten. Het park heeft daarbij heel bijzondere diersoorten in de collectie, zoals Algazellen, welke in het wild (bijna) zijn uitgestorven. In de gebouwen om het dierenpark heen bevinden zich diverse musea waar je ook zeker een bezoekje aan moet brengen. Ze vertellen namelijk nog meer over het leven op aarde en welke rol wij daarin spelen. De geschiedenis wordt overigens niet vergeten, want ARTIS kent maar liefst 26 Rijksmonumenten, waaronder het gebouw van Het Groote Museum, de bibliotheek, het Kerberterras (Leeuwenverblijf), Uilenruïne, de entree en de Zebrastal. Dat is toch ook heel bijzonder.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie! Reacties worden altijd eerst beoordeeld voordat ze worden geplaatst. Het kan dus even duren voordat je je reactie hier terugziet. Omdat ik graag een persoonlijk antwoord geef worden anonieme berichten op artikelen niet geplaatst.