woensdag 26 februari 2025

Schrijfcoachtips ‘Vertel eens een sprookje’-dag

Volgens de leuke Days of the Year website is het vandaag National Tell a Fairy Tale Day. Dus waarom zou ik het vandaag daarom niet over sprookjes hebben. Het is een van mijn favoriete genres en het is zo leuk om een kort sprookje te verzinnen en te vertellen. Bovendien hoeft het bij een sprookje allemaal niet zo ingewikkeld als het maar aan een aantal elementen voldoet. En dat ga ik je graag uitleggen in dit artikel. (foto’s: Berry de Nijs/Writing Berries)

Sprookjesfiguren

Het leuke aan sprookjesfiguren is dat je allerlei personages mag opvoeren. Natuurlijk zijn er de magische karakters, zoals heksen, elfen, feeën, tovenaars en draken. En de adellijke karakters, waaronder een koning, koningin, prinses of prins. Een hertog, graaf, hertogin of gravin mag natuurlijk ook. En dan hebben we het nog niet gehad over kabouters, dwergen, gnomen, waternimfen, zeemeermensen en allerlei dieren die als mensen worden opgevoerd. Of boze stiefmoeders, jagers, arme houthakkers en jaloerse herbergiers. Om nog maar te zwijgen van kippen, eenden en ezels die gouden eieren of munten kunnen uitpoepen. Het prachtige aan sprookjes is dat je van alles kan opvoeren als karakter, zelfs het servies of speelgoed. Het enige wat moet kloppen is dat de figuren die in het verhaal worden opgevoerd ook daadwerkelijk elkaar tegen zouden kunnen komen. In een Sprookjesbos bijvoorbeeld of op een magisch strand. Het is helemaal aan jou.

Goed tegen kwaad

In een sprookje is er altijd een goed karakter en een slecht karakter. Het goede karakter moet het slechte overwinnen. Alhoewel… dat gebeurt lang niet altijd. Zo lopen de originele sprookjes lang niet altijd goed af. Is dat erg? Nee, want het ging om de boodschap van het verhaal. Daar kom ik straks op terug. Om een verhaal te kunnen vertellen, moet er wel een conflict zijn. En dit conflict, meestal goed tegen kwaad, is in een sprookje heel duidelijk aanwezig. Denk maar eens aan een ouwe gemene toverheks die een meisje met ontiegelijk lang haar in een toren opgesloten houdt. Of aan die boze stiefmoeder die haar eigen stiefdochter geen happy ending gunt. Het liefst zien we het goede overwinnen. Zelfs al heeft het goede zichzelf eerst in de nesten gewerkt. In veel Disney bewerkingen van klassieke sprookjes zien we dit naar voren komen. Maar… als je verhaal goed is, dan hoef je geen ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’-einde te verzinnen.

De moraal van het verhaal

Van oudsher werden sprookjes vertelt om elkaar te entertainen en ze werden als opvoedkundig materiaal ingezet. Luister naar je moeder en blijf op het goede pad, want dan komt het allemaal goed met je. Dat Roodkapje een tikkeltje eigenwijs is (en in de puberteit zit), levert dan wel weer een mooi, spannend verhaaltje op. Maar eigenlijk lokt ze die wolf zelf naar oma’s huisje. Ze had dus naar haar moeder moeten luisteren… Een andere moraal kan ook zijn dat je goed moet nadenken voordat je een belofte aangaat met iemand, want het kan je zomaar iets kostbaars kosten. De moeder van Rapunzel at zoveel knollen uit de tuin van de toverheks, dat die daar wel een prijs (Rapunzel) voor wilde hebben. En het meisje dat haar eerstgeborene aan Repelsteeltje beloofde als hij haar zou helpen met het spinnen van stro naar goud, tja… dat was ook niet zo slim. Een moraal is een levensles en die hoort erbij als je een sprookje maakt.

Jaloezie en armoede

Dan zijn er nog verschillende thema’s in sprookjes terug te vinden waarbij het conflict heel duidelijk is, maar waar de hoofdpersoon eigenlijk de dupe van is. Jaloezie is een thema wat veel terugkomt. Zo is de stiefmoeder van Sneeuwwitje jaloers op haar stiefdochter, omdat ze er mooier uitziet. En is de nieuwe koningin stikjaloers op haar man en zijn zonen en dochter in de Zes Zwanen, waardoor ze de jongens betovert. IJdelheid is ook een mooi thema, zoals bij de Nieuwe Kleren van de Keizer. En armoede, zoals de arme ouders van Hans & Grietje, maar ook van Klein Duimpje, die zo erg is dat ze gedreven werden om hun kinderen in het bos achter te laten. Maar ach… wie klein is, moet slim zijn om de weg naar huis te vinden. En dat is ook weer een mooi moraal.

Ingrediënten voor een sprookje

Wat heb je nu echt allemaal nodig om een sprookje te kunnen schrijven? Ik zet het nog even op een rijtje:
- een goed karakter of meerdere goede karakters;
- een boosaardig, jaloers of op andere wijze slecht karakter;
- een moraal voor je verhaal;
- een thema (als je zonder moraal wil werken);
- een conflict;
- een extra held of heldin die het goede karakter uit de brand helpt (indien hij of zij het niet zelf kan opknappen.

Flat characters

Het fijne aan sprookjes is dat je karakters niet per se iets hoeven te leren, als de toeschouwer het maar doet. Je mag dus best met flat characters werken. Deze veranderen of ontwikkelen zich niet tijdens het verhaal, waardoor ze voor de lezer of toehoorder duidelijk ‘zichtbaar’ blijven. Een prinses is een prinses, een kikker (of tie nu een prins wordt of niet) een kikker, een wolf een wolf en een heks… ach je snapt het wel. Gooi er nog een lekkere dosis magie in en je kan een mooi sprookje schrijven. Ook

Clichés mogen

Geef die heks een wrat op haar neus, zorg dat de prins of prinses superknap zijn, een reus lomp en groot en een kabouter geniepig en klein en iedereen weet over wat voor type personages het gaat. Trek voor een sprookje voldoende clichés uit de kast, want sommige zaken worden echt verwacht. Zoals ‘er was eens…’ en ‘ze leefden nog lang en gelukkig!’ Schroom je niet om deze onderdelen van het sprookje te gebruiken. Het wordt er alleen maar herkenbaarder door.

Meer sprookjes…

Nog meer lezen over sprookjes? Lees dan lekker verder:
7 juli Dag van het Sprookje
Schrijfcoachtip Genres
Of lees een van de artikelen over sprookjes in het algemeen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie! Reacties worden altijd eerst beoordeeld voordat ze worden geplaatst. Het kan dus even duren voordat je je reactie hier terugziet. Omdat ik graag een persoonlijk antwoord geef worden anonieme berichten op artikelen niet geplaatst.