Die laatste dagen op school voordat de zomervakantie begon, vond ik altijd heel speciaal. Soms had je, net als de afgelopen maand, al die heerlijke zomerse dagen gehad, waardoor er – op de basisschool – veel meer buiten gespeeld werd. Elastieken, hinkelen, kaatsballen, touwtje springen (nog een keer met de hele klas) en een balletje trappen natuurlijk. De meester of juf die dat ene boek nog even moest uitlezen met de klas, waardoor het voorleesuurtje een voorleesmiddag werd. En natuurlijk het opruimen van de klas. Later op de middelbare werd de zomervakantie altijd voorafgegaan door een week vol toetsen en daarna een soort van lesweek waarbij er ook niet veel meer werd gedaan. Naar huis fietsen met je jas nog ergens in je rugtas gepropt en – voor mij – bijkomen van alle toetsstress en uitkijken naar de vakantie. Zomervakantie is echt een breekpunt in het jaar. Een pauze van school en voor velen ook van werk. Het is de tijd van herinneringen maken, dagjes uit en spetteren in een pierenbad. Van kamperen in de tuin of op de camping tot aan vakanties aan het zwembad in een all-in resort. Het is de tijd voor opladen en plezier. Maar hoe is de zomervakantie eigenlijk ontstaan? (foto: Berry de Nijs/Writing Berries)